Vertalingen van start gaan NL>ES
van start gaan (ww.) | activarse (ww.) ; arrancar (ww.) ; comenzar (ww.) ; despegar (ww.) ; empezar (ww.) ; emprender (ww.) ; entrar en (ww.) ; iniciar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `van start gaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvangenNL: beginnenNL: starten